Sinds een korte tijd is het uit tussen Jessie en Merel en Jessie vindt dat maar vreemd. Hij vraagt zich afgelopen avond af op wat voor type Merel nog kan vallen naast hem. Bovenin de silo doet hij een poging om erachter te komen. Hij vraagt direct aan Merel hoe het nou zit met haar type man, maar tot Jessie zijn verbazing komt Merel met een vreemd antwoord. Op wie val je dan als ik het niet ben? begint Jessie. Ik heb niet duidelijk een typ laat Merel weten. Ik weet wel waar ik absoluut niet op val. Hele lichte mensen, heel wit. Hele dunne houd ik ook niet van. Domme mensen. Mensen die niet praten. Het zijn meestal mannen. Mannen vooral benadrukt ze aan het einde van het gesprek… Kortom, Jessie is nog niet veel wijzer geworden. Waarom zou hij dit willen weten?